In 2008 besloot ik een andere wending aan mijn loopbaan te geven. Dat is het voordeel van werken in “de zorg”, je kunt alle kanten op. Tot op dat moment was ik in diverse settings en in diverse functies werkzaam geweest maar er ontbrak altijd iets wat mij het gevoel gaf dat ik helemaal op mijn plek zat. Werken in het verpleeghuis heeft me lang voldoening gegeven maar ik wisselde wel elke 4 jaar van afdeling om de bekende oogkleppen te voorkomen. Later ben ik het management ingedoken maar ik kwam tot de conclusie dat daarmee ongewild het gat tussen de bewoners en mij erg groot werd en ik maakte de keus weer terug te keren naar hetgeen waar mijn hart ligt; dicht bij de mensen die zorg nodig hebben. Tijdens het volgen van de oncologie opleiding werkte ik in het ziekenhuis, erg veel geleerd maar in die tijd nogal hiërarchisch georganiseerd naar mijn zin. Toen ik daarna aan de slag ging als transmuraal palliatief verpleegkundige (TPV) bij het Netwerk Palliatieve Zorg kwam ik voor het eerst sinds mijn stage in 1988 (!) weer in aanraking met de wijkverpleging en voelde meteen al dat dit weleens de plek zou kunnen zijn waar voor mij alles bij elkaar kwam. Maar hoe leuk het ook was, in de functie van TPV had ik met name een adviserende rol en verdween ik logischerwijs naar de achtergrond als de zorg werd ingezet. Maar eerlijk gezegd stond ik dan soms met kromme tenen te kijken en ik dacht: ” als je het dan allemaal beter weet Oosterbos, dan moet je het misschien zelf maar eens gaan doen?”.
En zo kwam daar het moment dat ik solliciteerde op de functie van wijkverpleegkundige en tot mijn grote vreugde werd aangenomen. Er waren twee plaatsen beschikbaar en ik mocht kiezen tussen een wijk in Bergen op Zoom of de gemeente Woensdrecht. Nu ben ik zelf meer een “dorpse” dan een “stadse” dus die beslissing was snel genomen en achteraf de beste keuze die ik ooit had kunnen maken. Eén klein detail, ik wist amper waar Woensdrecht lag, laat staan dat ik er iets of iemand kende. Mijn “standplaats” werd een kantoortje binnen zorgcentrum Heideduin in Hoogerheide en dat was een prima plek omdat daar veel mensen vanuit de verschillende dorpen binnenkwamen en ook de huisartsen hun visites liepen. Voorzichtig startte ik met het opbouwen van mijn netwerk en reed ik oeverloos rondjes door de verschillende dorpen met de plattegrond bij de hand, want het bezit van een “tomtom” was toen nog geen vanzelfsprekendheid en van een smartphone (laat staan Google Maps) had nog niemand gehoord. Langzaam maar zeker leerde ik de 5 dorpen en bijbehorende voorzieningen kennen, bouwde ik stap voor stap een band op met de cliënten, de huisartsen, praktijkondersteuners, assistenten en was ik kind aan huis bij “de BWI” om maar zo snel mogelijk “ingeburgerd” te raken. Ik voelde dat ik eindelijk op de juiste plek was beland! De cliënten en hun verhalen, de geweldige inzet en ondersteuning van de zorgteams, de grote verantwoordelijkheid, de vrijheid, de onvoorspelbaarheid, de diversiteit aan zorg, elke nieuwe voordeur (of in mijn geval achterdeur), de samenwerking met zovelen binnen mijn werkgebied, de prachtige omgeving waarin ik mocht werken, alles viel voor mij samen en eindelijk voelde het plaatje compleet. In die tijd (ik spreek voor de zorgtransitie van 2015) was je dagelijks de hele dag op pad in de cliënt routes (die je gewoon op papier bij je had) omdat de dossiers alleen bij de cliënten thuis lagen en je dus daar je zorgplan en rapportage in orde maakte, de baxterrol nog niet bestond en er dus nog vele pillendozen gevuld moesten worden, je snel naar de apotheek sjeesde om medicatie voor de cliënt op te halen, je tussen de middag nog een maaltijd op mocht warmen en daarnaast alle nieuwe cliënten ging bezoeken om hun zorgvraag in kaart te brengen. Mijn auto was mijn kantoor en lunchroom en zo zag hij er ook uit. Mij werd ook duidelijk dat er na 4 jaar geen risico op oogkleppen was en wisselen van wijk geen optie is omdat het jaren duurt voordat je jouw netwerk eindelijk solide hebt opgebouwd. En dus bleef ik en werd Woensdrecht gedurende de afgelopen jaren “mijn” Woensdrecht.
Twee jaar geleden kreeg ik de diagnose borstkanker en moest ik noodgedwongen mijn werkzaamheden in Woensdrecht tijdelijk stilleggen. Na de lange periode van behandeling en daaropvolgende revalidatie kreeg ik de vraag of ik toe was aan een nieuwe uitdaging en het hospice team zorginhoudelijk wilde gaan aansturen. In eerste instantie een lastige keuze, ik was er nog niet aan toe om “mijn” Woensdrecht helemaal los te laten en over te dragen maar omdat ik al langere tijd uit beeld was, fysiek niet meer de oude zou worden, leek het ook het ideale moment om over te stappen. Het werd uiteindelijk een compromis, ik zou voor een aantal uren bij Woensdrecht betrokken blijven en mij de overige uren voor het hospice team inzetten. Deze constructie heeft een aantal maanden goed gewerkt en het was heerlijk om bij het hospice team te starten en ook weer in Woensdrecht aan het werk te zijn. In april van dit jaar kreeg ik echter wederom slecht nieuws waardoor ik opnieuw mijn werkzaamheden moest stilleggen. Mijn toekomst is onzeker en dat maakt dat ik keuzes moet maken en een goede balans moet vinden. Het valt me heel zwaar maar ik ga Woensdrecht nu dan toch echt helemaal loslaten om de spaarzame energie die ik heb hopelijk straks weer helemaal aan het hospice team te kunnen geven, wetende dat Woensdrecht bij mijn geweldige en gewaardeerde collega’s in zeer goede handen is. Afscheid nemen doet altijd pijn maar ik troost me met de gedachte dat er in Woensdrecht op zowel cultureel als culinair gebied veel te beleven is, en de natuur is er zo prachtig dat ik er hopelijk nog vaak terug zal komen, maar dan om de toerist uit te hangen.
Vaarwel “mijn” Woensdrecht, ik ga je missen…