Asset 1
TWB vertelt

Geluk is beter dan gelijk

Gerben Jansen Casemanager Dementie
Lees voor Stoppen

Komende zomer wordt ze 76. Mevr. de Leeuw heeft de diagnose vasculaire dementie nu drie jaar geleden gekregen. Ze sloft voor mij uit de woonkamer in, onderweg naar de serre waar we altijd gaan zitten. “Fijn dat je er weer bent, Gerben. Alles goed met je? Wil je koffie?” Ze strekt haar rug en neemt een hijs van haar sigaret. Ze zegt: “Het gaat niet goed jongen, ik heb ruzie met Gerard maar waarover weet ik niet, maar de sfeer is hier al lang vertrokken uit huis. Ik ga koffiezetten voor je. Gerard komt zo, hij zit even in zijn kantoor volgens mij.”

Niet veel later komt Gerard binnen en geeft mij een stevige hand. Hij ploft naast mij in zijn comfortabele stoel. Hij vertelt dat ze steeds in discussie gaan en dat hij het behoorlijk zat aan het worden is. “Ze geeft niet toe hé”, zegt Gerard, “ook al weet ze dat ik gelijk heb. Maar goed, het zal wel bij die rotziekte horen.”

Ik vraag aan Gerard waar de discussies over gaan. Hij geeft aan dat ze eigenlijk over niets gaan, of het bijvoorbeeld maandag of dinsdag is en of hun dochter Marian nu wel of niet is langs geweest met haar kinderen afgelopen zondag. “Laatst nog, Marian is met Pasen nog komen brunchen en op tweede Paasdag zegt ze: Nou Marian zien we ook nooit meer, ze zal het wel te druk hebben…” Als ik dan vertel dat ze gisteren heel de dag is geweest en dat we samen hebben gegeten, ontkent ze dat glashard.

Niet veel later komt mevr. de Leeuw met de koffie de serre in. “Ooh, zegt ze, je bent er al zie ik, Gerard heeft je zeker binnengelaten, vraagt ze aan mij.” Ik knik instemmend ja. Ze schenkt de koffie in en gaat tegenover Gerard en mij zitten. We raken in gesprek en ik vraag aan haar hoe het met Marian is. Mevr. de Leeuw zegt: “Wel goed denk ik, lang geleden hoor dat we haar gezien hebben. Ik zou het fijn vinden als ze weer eens richting Roosendaal komt.” Gerard zucht hard en kijkt me vragend aan en mompelt richting mij hoe hij nou het beste kan reageren. Ik zeg tegen mevr. de Leeuw: “Dan vraag je toch of Gerard haar belt deze week om een afspraak te maken?” Mevr. de Leeuw haar ogen beginnen te glimmen en ze zegt: “Ja, waarom ook niet, dan maak ik verse tomatensoep.” Mevrouw staat op en loopt richting de tuin waar al jaren een kas staat waar ze groenten in kweken. “Ik ga even kijken of we nog verse tomaten hebben, gaan jullie maar koffie drinken”, zegt ze tegen haar man en mij.

Gerard en ik kijken haar na hoe ze het tuinpad afloopt richting de kas. “Er staat nog niets in”, zegt Gerard. Laat haar dat zelf maar ontdekken geef ik aan. Ik geef Gerard complimenten dat ik het knap vind hoe hij het allemaal doet, de zorg voor zijn vrouw. Buiten mij als casemanager dementie hebben ze enkel particuliere huishoudelijke zorg. Verder is het echtpaar volledig zelfstandig. “Misschien moet je niet steeds de discussie aangaan met haar, Gerard. Jij weet dat Marian pas geleden nog is geweest, geef aan dat je haar zal bellen om een afspraak te maken; einde discussie. En als het maandag is en ze denkt dat het dinsdag is, prima toch?” Gerard geeft aan dat het ook eigenlijk niets uit maakt welke dag het is. Hij geeft aan dat hij het zo lastig vindt dat hij bijna nooit meer samen met zijn vrouw kan terugkijken op een fijne eerste Paasdag. Ik vertel Gerard dat zijn vrouw alleen in het hier en nu leeft en dat ‘straks’ een relatief begrip is. Dat als Marian er is, je moet genieten van het moment dat je samen bent met je gezin, maar dat terugkijken op een gezellige dag, helaas verloren is gegaan. Ik vertel Gerard dat tijdens het laatste Alzheimer Café in Roosendaal een aanwezige verzorgende aangaf: geluk is beter dan gelijk. Ik vond dat zo’n mooie en duidelijke verwoording dat ik deze nu regelmatig gebruik.

De discussie aangaan met mevr. de Leeuw levert vaak irritaties op. “Als je die irritatie kan voorkomen door haar geluk te geven, in plaats van gelijk, geeft dat jullie allebei geluk.”

Ondertussen is mevr. de Leeuw weer terug uit de tuin. Bij binnenkomst zegt ze: “Ooh, je bent er al Gerben, fijn! Wil je koffie, want dat heb je vast niet gehad van Gerard.” Ik geef aan dat ik nog wel zin heb in een bakje koffie.

*De gebruikte namen zijn om privacy redenen gefingeerd.

Tekstgrootte aanpassen